"LA SALETTE"

 

Die morgen droeg alles een sneeuwwit gelaat,

En lag La Salette in maagd'lijk gewaad.

 

We stapten omzichtig door 't ongerept wit,

Zo puur en gewichtig voor al wie hier bidt.

 

Ginds onder een sluier geweven uit sneeuw

Zit Moeder te schreien al anderhalv' eeuw

 

De stilte omhult ons met vredige rust,

Een hemel van reinheid heeft d'aarde gekust.

 

Het is of Maria ons zegt in dit uur :

Bewaar steeds uw zielen gans zuiver en puur

 

De sneeuwvlokjes dwarrelen rond 't schreiend gelaat

En sieren haar kroon en haar kleed van brokaat.

 

Hier wacht op ons bidden de heilige Maagd,

Die in La Salette bekering ons vraagt.

 

Uit de dichtbundel : "Gezegend zijt Gij"

Mariagedichten van Jedidja blz 54 (1998)

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

"La Salette"

 

Heel hoog in de bergen waar stilte gedijt

Zit droevig en eenzaam een Moeder die schreit.

 

Zij is Koninginne van hemel en aard.

Maar hoe dan die tranen van Moeder verklaard ?

 

Zovelen misbruiken de Naam van hun God,

Miskennen zijn liefde, zijn wet en gebod.

 

Zij kwam ons behoeden voor d'hemelse straf,

Als 't mensdom de zonden niet zet van zich af.

 

Twee kinderen zagen Haar eindloos verdriet,

De zin van Haar woorden begrepen ze niet.

 

Nog altijd zit Moeder hier eenzaam en schreit

En kijkt op de wereld door zonde ontwijd.

 

Wat is zo ontroerend als Moeder die schreit ?

Hoe kan men weerstaan aan Haar hart dat zo lijdt ?

 

Uw droefheid, O Moeder, beweegt ons gemoed,

We zien u naadt Jezus aan 't kruis gans bebloed.

 

Bekeer toch de mensen en bidt tot de Geest,

Dat Hij ons verlicht en van zonde geneest

 

Wij danken U, Moeder, wat zijt gij toch goed.

Laat toch niet vergeefs zijn wat gij voor ons doet.

 

 

 

Uit de dichtbundel : "Gezegend zijt Gij"  Mariagedichten van Jedidja blz 53 (1998) 

 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

   

de BERG te La Salette

 

Ik wil een huis bouwen op deze berg...

Hoog op de top waar de vredige beekjes vloeien

Om mijn dorstige ziel te lessen

Ik kan mijlenver zien op deze berg...

Problemen lijken zo nietig dat zij bijna verdwijnen

Heer, ik ben hier graag op deze berg...

 

Mijn geloof wordt gesterkt door alles wat ik zie

Geloven lijkt zo gemakkelijk op deze berg

Ik zou wel willen wonen op deze berg...

En het lijden van elke dag ver van me weghouden

Maar ik kan niet op deze berg blijven...

 

Ik zei dat ik zou gaan, Heer, waarheen U me leidt

Want waar U bent, wil ik bovenal zijn

En ik ben weer klaar voor de vallei...

Mijn geloof is gesterkt door alles wat ik heb gezien.

 

U brengt me hier op deze berg,

Om me toe te rusten voor de vallei,

Wetend dat U met mij zal gaan…

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

Gebed van een ons onbekende huismoeder :

 

Wie naar U Heer, op weg zijn gegaan

zullen veel te lijden krijgen.

Rust kennen zij niet.

Altijd zijn zij onderweg

met een onblusbaar verlangen in hun hart.

Nooit op bestemming

Nergens thuis.

Het heelal is hun te klein,

de plaats waar zij wonen is onbelangrijk.

 

Wie naar U Heer, op weg zijn gegaan

zoeken gezellen voor de tocht.

Maar nooit vallen hun wegen ten volle samen,

altijd zijn zij weer alleen.

 

Wie naar U op weg zijn gegeaan

kunnen geen platgetreden paden volgren.

Zij roepen tegenspraak op,

zijn vaak een stil verwijt,

riskeren misverstaan te worden.

 

Maar zij gaan de weg,

en de wereld om hen heen

onttrekt zich stilaan aan hun blik

naarmate zij dichter bij U zijn...

 

--------------------------------------------------------------------

 

Uit PSALM 73

 

 

 Hoe goed is de Heer voor rechtschapen mensen,

die zuiver van hart door het leven gaan.

 

Toch waren mijn voeten bijna gestruikeld,

mijn schreden haast afgedwaald;

 

Omdat ik jaloers was op goddelozen,

omdat ik de voorspoed van zondaars zag.

 

Zij hebben geen last van ziekte en kwalen,

gezond is hun lichaam en welgedaan.

 

Zij hebben geen zorgen als andere mensen,

in menselijk lijden delen zij niet.

 

Hun welgedaanheid brengt onrecht voort,

hun geest stroomt van eigendunk over.

 

Zij spotten en spreken boosaardige woorden

en dreigen op hoge toon.

 

Zij zetten een mond op tegen de hemel,

op aarde roert zich hun tong.

 

De mensen lopen hen overal na

en drinken hun woorden als water.

 

Zij zeggen : hoe zou God er iets van merken,

wat weet Hij daarboven ervan ?

 

Zo gaat het de mensen die zonde bedrijven :

zij worden rijk zonder zorg.

  

Heb ik dan voor niets mijn hart zuiver gehouden,

mijn handen gewassen in onschuld ?

 

Altijd word ik gekweld en geslagen,

getuchtigd van dag tot dag.

 

Maar hoe ik ook nadacht en wilde begrijpen,

het bleef mij een kwellende vraag.

 

Totdat ik begrip kreeg voor Gods geheimen

en zag hoe het eind van hun leven was.

 

Want Gij laat hen gaan langs een glibberig pad

en plotseling glijden zij uit.

 

Dan storten zij neer in een ogenblik,

verdwijnen in panische angst.

 

Onwijs was ik toen en zonder begrip,

een dom stuk vee in uw ogen.

 

Ik zal toch altijd dicht bij U zijn,

Gij houdt mijn hand stevig vast.

 

Al schieten mijn krachten en moed tekort,

mijn steun en mijn erfdeel is God.

 

Die U verlaten gaan allen te gronde,

die ontrouw zijn brengt Gij ten val.

 

Mij is het genoeg bij de Heer te vertoeven,

mijn toevlucht te zoeken bij God.

 

-----------------------------------------------------------------------------

 

 

De Vrucht van ...

 

De vrucht van de Stilte is het Gebed

 

De vrucht van het Gebed is het Geloof

 

De vrucht van het Geloof is de Liefde

 

De vrucht van de Liefde is de Vrede

 

Die Vrede in het hart wensen wij U allen toe